overzicht

Gentrificatie, een wereldwijd fenomeen

Wat hebben de Jordaan, het Eilandje, de Marollen, Notting Hill, Williamsburg en Prenzlauer Berg met elkaar gemeen? Het zijn stuk voor stuk voorbeelden van voormalig arme en verwaasloosde wijken, die door een proces van gentrificatie zijn getransformeerd in hippe en welvarende stadswijken. Een wereldwijd fenomeen dus, en een urban trend met voor- en tegenstanders.

 

jordaannoord

 

Gentrificatie (Engels: gentrification, afkomstig van het begrip ‘gentry’, de aanduiding voor niet-aristocratische Engelse grondbezitters) verwijst naar de opwaardering van een buurt of stadsdeel op sociaal, cultureel en economisch gebied. Deze herwaardering gaat gepaard met een stijging van de prijzen voor onroerend goed.

Gentrificatie van voormalige volksbuurten gebeurt volgens Cortie en Van de Ven (1981) in drie fasen. In een eerste fase nemen enkele huishoudens – de ‘risico-onbedachtzamen`- de beslissing om in een bepaald stadsdeel oude huizen of bedrijfspanden (aan relatief lage prijs) op te kopen en te renoveren voor eigen gebruik. Behalve de prijs is ook een drang naar zelfexpressie en probleemloze acceptatie van hun levensstijl hierbij een belangrijke motivatie. In een tweede fase volgt de groep ‘risico-bewusten’, die menen dat het kopen van oude, verwaarloosde panden een goede investering is, gezien de stedenbouwkundige aantrekkingskracht van de buurt en de nabijheid van sociaal-culturele voorzieningen. Het indirecte gevolg van deze fase is de prijsstijging van onroerend goed in de buurt. Meteen het signaal voor de derde groep, de `risico-uitsluiters`, meestal kapitaalkrachtige investeerders, om panden op te kopen en na renovatie en splitsing te verkopen als aantrekkelijke woningen (vaak appartementen) aan een groeiende groep kopers. Uiteindelijk zijn het alleen de echt kapitaalkrachtigen die als eigenaar­bewoners de omhoog gestuwde prijzen nog kunnen betalen. De omgeving verandert logischerwijs met de nieuwe bewoners mee: hippe koffiebars en boutiques nemen de plaats in van de Turkse bakker en de bruine kroeg. En zo is de bevolking en het straatbeeld van een buurt in tien jaar compleet veranderd.

Niet onbesproken

Hoewel deze trend duidelijk positieve effecten heeft op de leefbaarheid en het imago van de stad, zijn er ook negatieve gevolgen.

IMG_2949

Protestposter tegen gentrificatie in Los Angeles,
Los Angeles Housing and Hunger Crisis Conference, L.A., California

In de jaren negentig werd het begrip ‘stedelijk revanchisme’ door de wetenschapper Neil Smith in academische kringen geïntroduceerd om aan te duiden dat gentrificatie in veel gevallen gepaard gaat met het actief weren van minder welvarende en gemarginaliseerde stadsbewoners. Nog volgens Smith worden de oorspronkelijke bevolking en het authentieke karakter direct of indirect verdreven, en van de sociale mix die vaak wordt nagestreefd door de lokale overheden komt dan weinig in huis. Vanuit verschillende hoeken wordt geopperd dat men het probleem van kansarmoede, verpaupering en criminaliteit wegdrijft uit de stad richting de omliggende (deel)gemeenten, maar daarmee niet de kern van het probleem oplost. Lokale overheden kunnen een belangrijke rol spelen bij het zoeken naar een evenwicht tussen de heropwaardering van stadsdelen, en het niet verloren laten gaan van het sociale weefsel dat al decennialang de sociale structuur en de authenticiteit van de wijk bepaalt.

Casestudy: Notting Hill, London

In de jaren ’70 stond Notting Hill bekend als het arme hoekje tussen Chelsea en Kensington. Een veertigtal jaar later is Notting Hill een bruisende en dure wijk geworden, en één van de voorbeelden van het gentrificatie-proces.

 

 

Notting Hill, wereldberoemd dankzij de gelijknamige film uit 1999, dankt haar naam aan de onpopulaire tolpoort die zich in deze straat bevond in het midden van de achttiende eeuw. De industriële revolutie trok vele arbeiders naar deze wijk, waar grootgrondbezitters kleine arbeidershuisjes hadden gebouwd om aan deze bevolkingsgroep te verhuren. Aan het begin van de twintigste eeuw was Notting Hill een ruw arbeidersdistrict, en vanaf de jaren 50 stond de wijk bekend voor de heersende sociale wantoestanden en rassenrellen. Dit resulteerde in 1958 en 1976 tot hevige rellen tussen de ‘teddy boys of the fascist British Union’ (arbeiders die daar reeds verschillende generaties woonden) en de relatief recent geïmmigreerde Afro-Carraïbische gemeenschap. Beelden van de rellen tijdens het beruchte Notting Hill Carnaval van 1976 gingen de wereld rond.

 

 

Gedurende de drie daaropvolgende decennia begon de gentrificatie met het noordelijke deel van de wijk. De gemeenschappelijke tuinen binnen de woonblokken, die enkel bereikbaar zijn vanuit de huizen zelf, werden uitgespeeld als aantrekkelijk verkoopsargument voor families, net als de centrale ligging en de Victoriaanse bouwstijl.

Ook het succes van de langspeelfilm ‘Notting Hill’ bleek een factor in dit proces, ook al was de gentrificatie van de wijk al langer aan de gang. De film zorgde voor wereldwijde belangstelling voor de wijk, in het bijzonder van beroemdheden en mediafiguren, die zich tot op heden vaak laten zien in de buurt van Portobello Road. De markt van Portobello Road (van oorsprong eigenlijk een opeenvolging van verschillende kleinere markten) is intussen `s werelds beroemdste markt geworden, waar men ‘alles kan kopen’, gaande van antiek in het zuiden, groenten en fruit in het midden en tweedehandskledij, beddegoed en andere snuisterijen in het noorden. Onder invloed van de Caraïbische bevolking is het carnaval van Notting Hill in augustus ook het op één na grootste straatfestival ter wereld geworden met maar liefst 1 miljoen kijklustigen. Op vandaag is Notting Hill een van de mooiste, welvarendste en duurste wijken van London geworden, amper dertig jaar na de Carnavalrellen. Een klein voorbeeld ter illustratie: het huis op 157 Portland Road dat Tim en Penny Hicks in 1968 kochten voor amper £11.750 is op vandaag meer dan £2 miljoen waard (bron: BBC).